Hoe Moeten Wij Dan Leven?

“O Here, onze Here, hoe heerlijk is uw naam op gans de aarde, Gij, die uw majesteit toont aan de hemel.” (Psalm 8:1)
Als Gods hoogste doel het  brengen van glorie aan Zichzelf is, wat moeten dan onze zin, doel en ambities zijn? Natuurlijk moet ze dezelfde zijn als deze van God – eer brengen aan Hem.

Maar daar ligt nu net het probleem. Meestal zijn we als Christenen verward over wat ons doel in het leven moet zijn, door de vele boeken die we lezen en door de predikanten die elk hun eigen ideeën hebben. Blijkbaar is de meerderheid van de Christenen misleid door te geloven dat het hoogste doel is gelukkig te worden en een vervuld leven te leiden. De Bijbel leert ons niet dat ons doel persoonlijk geluk moet zijn, eigenlijk staat dit doel diagonaal tegenover Gods bedoeling.

Als ons doel in conflict is met Gods bedoeling, hoe kunnen we dan Zijn zegen verwachten in ons leven? En hoe kunnen we verwachten dat Hij onze gebeden verhoort als die indruisen tegen Zijn wil? Elke Christen wiens doel is gelukkig te zijn is gedoemd tot teleurstelling, daar God hem niet zal helpen om dat doel te bereiken.

Gelovigen die geestelijk meer onderscheiding maken leggen de klemtoon op de redding van de zielen, terwijl anderen de nadruk leggen op de opbouw van de gemeente, op een relatie aangaan met God, op het kennen van de Schriften of van God. Anderen spreken over werken van liefdadigheid of van liefde tegenover elkaar als het meest belangrijke. Elk van deze doelstellingen zijn beter dan het zoeken naar persoonlijk geluk, maar is dat echt wat God in gedachte heeft voor ons? Zelfs al kunnen elk van deze betrachtingen worden ondersteund met Shriftuurlijke mandaten, ze komen allemaal tekort aan Gods bedoeling. Ja, zielen redden (of enig ander Bijbels streven) is belangrijk. Maar al ben je succesvol in één of in al deze zaken, je mist nog steeds de hoogste roeping van God in jouw leven.

De hoogste roeping van elke Christen is God eer te brengen: “ieder die naar Mijn naam genoemd is,en die Ik geschapen heb tot mijn eer” (Jes. 43:7).

Velen denken dat zij eer brengen aan God door lofliederen te zingen en door uitingen van aanbidding. Dat is niet helemaal juist. Lofprijzing en aanbidding kunnen God eren, maar zijn dikwijls meer mensgericht dan gericht op God, zeker wanneer de kwaliteit van de aanbidding wordt beoordeeld door onze gevoelens, of wanneer de liederen meer “ik” en “wij” bevatten dan verwijzingen naar God. Uitingen van lofprijs zijn maar een klein deel van onze plicht om God te eren en spijtig genoeg brengen velen eerder oneer aan God door hun levenswandel, dan eer door hun lofprijzing.

We kunnen God eren door uit te reiken naar de ongeredden, door te houden van de ellendigen of door een relatie aan te gaan met Hem. Maar je kan al deze dingen doen en nog steeds God niet eren, wanneer deze dingen een doel op zichzelf worden of middelen worden waarmee we de aandacht op onszelf willen trekken.
Om God waarachtig te eren dient elk aspect van ons leven op dat doel en die bedoeling te worden gericht. “Of gij dus eet of drinkt, of wat ook doet, doet het alles ter ere van God.” (1Kor. 10:31). Alles wat we doen moet worden gedaan om eer aan God te brengen. “Alles” wil zeggen ook de dagdagelijkse dingen zoals eten en drinken. En als eten en drinken daar bij hoort, dan is niets uitgesloten. Nogmaals, we hebben de neighing om ons leven te leiden naar onze doelstellingen, maar Gods wil is dat we Hem zouden eren, zelfs bij het eten.

De meeste mensen denken dat God eren zich beperkt tot geestelijke dingen. Maar Paulus zei dat we God ook moeten eren in ons lichaam. “Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam.” (1Kor. 6:20). Dit is de redden waarom we alles moeten doen, wat we ook doen, met en in onze lichamen, om God te eren – omdat Hij ons heeft gekocht met een grote en verschrikkelijke prijs.

We dienen God niet alleen in elk aspect van ons leven te eren, maar zelfs in onze dood. “ook nu Christus zal worden grootgemaakt, hetzij door mijn leven, hetzij door mijn dood. ” (Fil.1:20). Dus kan geen enkel aspect van ons leven uitgesloten worden van de plicht om alles tot  Zijn eer te doen. En dat is een uitdaging. De manier waarop we ons gedragen in onze families, in zaken, in ontspanning, in werk en spel zou tot eer van Hem moeten zijn.

Niet alleen brengen vele Christenen geen eer aan God in hun leven, maar sommigen onteren Hem. Het is al erg om geen eer aan God te brengen, maar het is een absolute schande om Hem oneer te brengen door onze levenswijze: “onteert gij God door uw overtreden van de wet? Want de naam Gods wordt om u gelasterd onder de heidenen.” (Rom. 2:23-24). Gods naam lasteren en onteren is een van de ergste zonden die een Christen kan doen en toch gebeurt dit duizend keer per dag, elke dag.  

We onteren God door onze zondige levenswandel, gebrek aan integriteit, zelfzucht, ondankbaarheid, luiheid, verdeeldheid, haat, bitterheid en op ontelbaar vele andere manieren. Hoe pijnigt dit onze Vader als zij die gekocht zijn om Hem te eren, Hem eerder oneer toebrengen. Ik bid dat we nu en dan even stilstaan en onszelf afvragen of de dingen die we doen en de manier waarop we leven echt eer brengen aan Hem of dat we Hem oneer brengen.

Maar nog meer dan dat dienen we zo te leven dat zelfs de ongelovigen Hem eer brengen als ze zien hoe we leven! “en dat gij een goede wandel leidt onder de heidenen,opdat zij, nader toeziende op datgene, waarin zij u als boosdoeners belasteren, op grond van uw goede werken God mogen verheerlijken ten dage der bezoeking.” (1Pet. 2:12).

Ik denk dat vele gelovigen die dachten het goed gedaan te hebben ten dienste van de Here, erg teleurgesteld zullen zijn of de Dag des Oordeels. Niet omdat ze niet hard werkten om de Here te dienen of omdat ze er niet in slaagden succesvol te zijn in Christelijke werken, maar omdat hun werken geen eer brachten aan God, of omdat hun leven God oneer bracht ondanks hun harde werk.

Heft, poorten, uw hoofden omhoog, en verheft u, gij aloude ingangen, opdat de Koning der ere inga. Wie is toch de Koning der ere? De Here, sterk en geweldig, de Here, geweldig in de strijd. Heft, poorten uw hoofden omhoog, en verheft ze, gij aloude ingangen, opdat de Koning der ere inga. Wie is Hij toch, de Koning der ere? De Here der heerscharen, Hij is de Koning der ere.” (Psalm 24:7-10).